doorgeschoven ellende
Jan Kessels - Uit het vak Retail Insight
29-06-2009
De wet van de doorgeschoven ellende luidt dat mensen trachten problemen zoveel mogelijk op het bordje van een ander te leggen. Daarmee willen zij hun eigen overlast of schade beperken.
Welnu, in deze economisch zware tijden zie je alom het doorschuiven van ellende. Degenen die de meeste macht hebben schuiven het meeste door. Winkelbedrijven hebben de mond vol van samenwerking en partnerschap, maar feitelijk zoeken ze steeds de grenzen op van wat nog net acceptabel is voor hun leveranciers.
Neem het betalingsgedrag. Nog maar enkele jaren geleden was het in Nederland gebruikelijk dat er betaald werd na10 dagen met 2% korting, 30 dagen netto. Thans echter lijkt het voor grootwinkelbedrijven regel te zijn om op 90 dagen einde maand te betalen. Het gevolg is dat leveranciers bijna 4 maanden op hun geld moeten wachten. Het betekent dat de werkkapitaal behoefte explodeert, want niet alleen financieren ze de productie, maar tevens de voorraad in de winkel. En meer dan dat, want zeker in bouwmarkten en bij de goede keuken-, zonwering-, sanitair- en meubelwinkels is de omloopsnelheid van de voorraad hoger dan vier maal per jaar!
Dit machtsspel, namelijk om je handelspartner voor het blok te zetten, is begonnen met “de barbaren aan de poort”, een film uit het midden van de jaren negentig over het gedrag van durfkapitalisten. De boodschap daar was: “Hebzucht is goed!” De financiële crisis heeft echter geleerd dat hebzucht tot uitwassen leidt die niet alleen schadelijk zijn voor de betrokkenen zelf, maar tevens voor de samenleving.
Wellicht was de Romeinse filosoof en politicus Cicero nog niet zo gek toen hij “matigheid” als een van de deugden noemde die leiden tot het “goede” leven. Hij vertelde ter illustratie het verhaal over de hongersnood die ruim tweeduizend jaar geleden heerste op een afgelegen eiland. Er komt een schip aan met graan. Alleen de kapitein weet dat er over enkele dagen méér schepen zullen arriveren, zodat over een week er zelfs overvloed zal zijn. Wat doe je als verkoper: ga je voor de hoogste prijs en maak je maximaal gebruik van andermans ellende? Of kies je voor een faire prijs?
Leveranciers moeten naar wegen zoeken om hun poot stijf houden, om vaker nee te zeggen tegen onredelijke eisen. Maar winkelbedrijven mogen hun verantwoordelijkheid niet ontlopen. Als ze praten over partnerschap moeten zij niet intussen goede leveranciers laten struikelen over torenhoge werkkapitaal financiering! Zij behoren “matigheid” te betrachten in het doorschuiven van ellende!
Welnu, in deze economisch zware tijden zie je alom het doorschuiven van ellende. Degenen die de meeste macht hebben schuiven het meeste door. Winkelbedrijven hebben de mond vol van samenwerking en partnerschap, maar feitelijk zoeken ze steeds de grenzen op van wat nog net acceptabel is voor hun leveranciers.
Neem het betalingsgedrag. Nog maar enkele jaren geleden was het in Nederland gebruikelijk dat er betaald werd na10 dagen met 2% korting, 30 dagen netto. Thans echter lijkt het voor grootwinkelbedrijven regel te zijn om op 90 dagen einde maand te betalen. Het gevolg is dat leveranciers bijna 4 maanden op hun geld moeten wachten. Het betekent dat de werkkapitaal behoefte explodeert, want niet alleen financieren ze de productie, maar tevens de voorraad in de winkel. En meer dan dat, want zeker in bouwmarkten en bij de goede keuken-, zonwering-, sanitair- en meubelwinkels is de omloopsnelheid van de voorraad hoger dan vier maal per jaar!
Dit machtsspel, namelijk om je handelspartner voor het blok te zetten, is begonnen met “de barbaren aan de poort”, een film uit het midden van de jaren negentig over het gedrag van durfkapitalisten. De boodschap daar was: “Hebzucht is goed!” De financiële crisis heeft echter geleerd dat hebzucht tot uitwassen leidt die niet alleen schadelijk zijn voor de betrokkenen zelf, maar tevens voor de samenleving.
Wellicht was de Romeinse filosoof en politicus Cicero nog niet zo gek toen hij “matigheid” als een van de deugden noemde die leiden tot het “goede” leven. Hij vertelde ter illustratie het verhaal over de hongersnood die ruim tweeduizend jaar geleden heerste op een afgelegen eiland. Er komt een schip aan met graan. Alleen de kapitein weet dat er over enkele dagen méér schepen zullen arriveren, zodat over een week er zelfs overvloed zal zijn. Wat doe je als verkoper: ga je voor de hoogste prijs en maak je maximaal gebruik van andermans ellende? Of kies je voor een faire prijs?
Leveranciers moeten naar wegen zoeken om hun poot stijf houden, om vaker nee te zeggen tegen onredelijke eisen. Maar winkelbedrijven mogen hun verantwoordelijkheid niet ontlopen. Als ze praten over partnerschap moeten zij niet intussen goede leveranciers laten struikelen over torenhoge werkkapitaal financiering! Zij behoren “matigheid” te betrachten in het doorschuiven van ellende!